Building Bridges for the Future: 3e internationaal congres van Catholic Theological Ethics in the World Church te Sarajevo – Een impressie

 

Een maand geleden verzamelden een 500-tal katholieke ethici in Sarajevo voor een 3e internationaal congres van het netwerk Catholic Theological Ethics in the World Church. Opgericht in 2003 op initiatief van de jezuïet James Keenan (Boston College), beoogt het netwerk onderzoek binnen theologische ethiek te stimuleren en daarbij ethici van over de hele wereld met elkaar te verbinden. Dit gebeurt via beurzen voor jonge en in het bijzonder vrouwelijke onderzoekers, regionale conferenties per continent, website, nieuwsbrief en een boekenreeks, en dus ook internationale congressen.

 

 

Diversiteit en pluralisme in beeld

Na Padua (2006) en Trente (2010) verzamelden de ethici dit keer in Sarajevo. De afgelopen jaren leverden Keenan en het planningsteam een doorgedreven inspanning opdat het netwerk werkelijk globaal zou worden. Deze inspanningen bleken niet tevergeefs: 80 landen waren vertegenwoordigd, met maar liefst twee derde van de deelnemers uit het Zuiden. Bovendien neemt het ook de doelstelling van het ondersteunen van jonge onderzoekers ter harte: dertig procent van de participanten zijn jonge onderzoekers. Met één derde vrouwelijke deelnemers en de keuze voor enkele keynotes die in hun land eerste vrouwelijke moraaltheologen vertegenwoordigen, maakte het netwerk haar focus op het ondersteunen van vrouwelijke ethici waar. Op die manier “versterkte” dit congres “de stem van vrouwen”, zoals de National Catholic Reporter schreef. In de historische stad Sarajevo kwamen ze samen om na te denken over ‘Building bridges for the Future’.

 

“Bouw bruggen, geen muren”

Het thema sluit uit aan bij paus Franciscus’ aandacht om ‘bruggen te bouwen, geen muren’, zoals hij in zijn pauselijke brief gericht aan de deelnemers van dit congres aangeeft.  Om de meer dan noodzakelijke bruggen te bouwen in de wereld, benadrukte hij ook het belang van dialoog en netwerken tussen de theologen onderling, zodat een netwerk van theologisch ethische reflectie ontstaat dat “nieuwe en effectieve” pistes tot handelen ontwikkelt om “met compassie en aandacht tragische situaties” het hoofd te bieden. Hiermee vat hij meteen een aantal kernelementen van het congres samen: het gevoel van urgentie,de noodzaak aan dialoog, en link tussen theologische ethiek en handelen.

 

Mayday?

Zo erg was de uitroep en het gevoel van urgentie (nog) niet, maar veel gevoerd gespreksonderwerp waren de verschillende crises die onze wereld bedreigen: de politieke crises, de ecologische crises, de migratiecrises, … Hoewel, als iets duidelijk werd tijdens dit congres, was het wel dat het niet gaat om ‘de crises’, maar dat de gezichten van deze crises veelkoppig zijn, afhankelijk van de context waarin ze verschijnen.  Terwijl het fenomeen van migratie in West-Europa voornamelijk identiteitsvragen oproept alsof er een ‘France eternelle’ of ‘Europe eternelle’ zou bestaan zoals Alain Thomasset (Frankrijk) bevraagt, vertelt Bambang Irawam hoe de jeugd massaal de economische ongelijkheid van Indonesië ontvlucht maar daardoor slachtoffer wordt van mensenhandel. Ondertussen staat Kerela (Zuid-West India) blank door extreme moessonregens als gevolg van klimaatverandering die vooral de meeste kwetsbaren treft aldus George Kodithottam (India), terwijl we in West-Europa (voorlopig) genieten van warme, heilzame zomertemperaturen.

De politieke crisis lijkt, ondanks de veelzijdige manifestatie ervan, meer gelijkenissen te vertonen. Zoals de identiteitsvragen, zij het in West-Europa vaak als gevolg van migratie, in Afrika als gevolg van zowel globalisering als ‘geweldadige’ structuren waarin Afrikaanse sociale waarden niet langer prominent aanwezig zijn zoals Zr. Anne Celestine Oyier Ondigo Achieng (Nairobi) analyseerde. Een exclusivistisch, polariserend en radicaliserend discours lijkt wereldwijd legio. Opvallend is echter dat voornamelijke de middenklasse en hoogopgeleide jonge mensen dit discours hanteren. In tegenstelling tot de verwachting dat het de arme, blanke arbeiders zijn die Trump tot president verkozen, ondergraaft Kenneth Himes (VS) met de analyses van de verkiezing deze perceptie. De arbeiders hebben echter wel reden tot frustratie en angst, maar blijkbaar zijn “de armen te arm om radicaal te zijn” zoals Irawam (Indonesië) het uitdrukte. Algemeen, echter, hebben we wereld te maken met een ‘globale democratische recessie’ aldus Himes nog. En een ‘crisis of belonging’, zoals Emmanuel Katongole (Oeganda) benadrukt.

Nog tenminste één element bleek gemeenschappelijk: de nood aan dialoog. Dialoog tussen kerk en politieke leiders (zoals bijvoorbeeld in Congo waar bisschoppen zich uitdrukkelijk uitspreken tegen politiek beleid in tegenstelling tot Ivoorkust waar dit net ontmoedigd wordt en naar ‘leken’ verwezen wordt), dialoog tussen religies (zoals in India waar hindoeïsme politiek gebruikt wordt om macht te behouden) en dialoog tussen theologische ethiek en de samenleving.

 

Sarajevo als ontmoetingsplaats voor dialoog

Voormalige bibliotheek, nu stadhuis, Sarajevo.

De Italiaan Antonio Autiorio opende het congres met de gedachte dat een dialogische een “fundamentele houding” is voor een theologie, geinspireerd en gevoed door God die mens werd; ze kan onmogelijk “zelfreferend” zijn of blijven. Zorica Maros ging nog een stap verder door te stellen dat “een oprechte dialoog niet alleen een manier van denken is, maar ook een manier van zijn en leven.” Als jonge Bosnische theologe weet ze waarover ze het heeft. Vandaar dat Sarajevo als plaats bijzonder goed gekozen was. Met de restanten van de oorlog nog zichtbaar aanwezig (in de vorm van vele kogelgaten in gebouwen, vernietigde huizen en rode vlekken geschilderd op plaatsen waar een granaatinslag was), was tevens zichtbaar hoe in deze stad en dit land  verschillende religies letterlijk naast maar ook met elkaar proberen te leven – zonder de latente spanningen te willen negeren of onderschatten. Wil Zorica haar samenleving verder mee opbouwen, is een geleefde dialoog de enige weg vooruit. In zulke contexten kan theologische ethiek het zich niet veroorloven in ivoren torens te blijven, maar dient zij handen en voeten te krijgen.

 

 

Passie en een ‘revolutie van hoop’

En dit was ook de teneur doorheen het hele congres. Het is niet voldoende om als theologen in de zijlijn toe te kijken en commentaar te leveren; er moet ook iets gedaan worden. In die zin was het opmerkelijk dat de meeste deelnemers dan ook hun werk niet in eerste instantie kaderden als bijdragen aan academische onderzoek, maar veeleer als probleem-oplossend in particuliere contexten. Engagement en orthopraxis blijken kernbegrippen voor de roeping van deze theologen. De Amerikaanse coryfee Charles Curran, beklemtoonde vurig hoe het als ethici “niet genoeg is om goed en kwaad te kunnen onderscheiden, maar we geroepen zijn om te handelen ter bevordering van rechtvaardigheid en te participeren in de transformatie van de wereld.”

En ondanks de grote uitdagingen, of misschien net daardoor, gaven deze theologen uitdrukking – expliciet, maar meestal impliciet – van een volgehouden hoop voor een betere toekomst voor hun land en voor de wereld. Met als vraag, oproep en doel: hoe organiseren en voeden we ons theologische reflectie ter medewerking aan ‘de revolutie van de hoop’ (Emmanuel Katongole, Oeganda)?

 

Meer informatie over dit netwerk, kan u vinden op: www.catholicethics.com.

 

Ellen Van Stichel