Theologie

Geef vrouwen eindelijk een gelijkwaardige stem in de theologie

Op vrijdag 16 maart verzorgde hoogleraar Frits de Lange de tweede Vrijzinnige Lezing in de Geertekerk in Utrecht. Daarin ging hij op zoek naar een radicaal nieuw begin voor de christelijke theologie. Één van de personen die reageerde op zijn lezing was DSTS-directeur Manuela Kalsky.

Bij het lezen van de tekst van Frits de Lange gingen mijn gedachten terug naar het jaar 2000. Ik verdedigde in dat jaar mijn proefschrift Christaphanien – de revisie van de christologie vanuit het perspectief van vrouwen in verschillende culturen. Het eerste hoofdstuk van mijn dissertatie ging over de zoektocht naar de historische Jezus in de 19de en 20ste eeuw.

Net als Frits de Lange in zijn lezing ga ik langs alle stadia van die zoektocht naar de historische Jezus om hem te bevrijden van zijn dogmatisch aureool. Van Reimarus via David Friedrich Strauss naar Adolf von Harnack die als laatste liberale theoloog in de 19de eeuw de poging ondernam ‘das Wesen des Christentums’ van de dogmatische ‘overschilderingen’ van eeuwen te bevrijden. De wereldoorlog maakte aan dat project een einde. Zowel Von Harnack als Wilhelm Herrmann, vooraanstaande liberale theologen, omarmden de oorlog, wat voor Karl Barth het moment was om zich van zijn liberaal-theologische leraren af te wenden. De Christus van het geloof werd weer leidend, maar de vondsten van Qumran en Nag Hammadi, waaronder het Thomas-evangelie, leverden nieuw materiaal voor het hernieuwde zoeken naar de historische Jezus en de socio-economische context van zijn tijd. Nu werd hij niet langer in contrast met, maar ingebed in het Jodendom van zijn tijd geïnterpreteerd. Het anti-judaïsme in christelijke theologie werd pijnlijk blootgelegd.

De zogenaamde third quest naar de historische Jezus ontstond, verbonden met het in 1985 opgerichte “Jesus Seminar”. Namen als Robert Funk, John Crossan en Marcus Borg, waaraan ook De Lange refereert, horen hierbij. De third quest theologen beriepen zich mede op de nieuwe vondsten, vooral op het Thomas-evangelie, waarin Jezus niet de apocalyptische profeet van Schweitzer met de verwachting van het onmiddellijk aanbrekende Rijk Gods is, maar volgens Borg een ‘heilig persoon’ een subversieve wijsheidsleraar, die het Rijk Gods als reeds aanwezig ervoer. Ook onze Nederlandse regisseur Paul Verhoeven maakte deel uit van die groep illustere exegeten vanwege zijn voornemen een Jezusfilm te maken, die er overigens nog steeds niet is.

Het valt ook niet mee de historische Jezus te vinden, zoals we al sinds Schweitzer weten. Alle Jezus-verhalen zijn met ‘historische fantasie’ geschreven, want anders kun je deze man van 2000 jaar geleden niet tot leven wekken. En vaak, zo meende Schweitzer, lijken die beelden van de historische Jezus verdacht veel op de auteur die ze heeft ontworpen.

Dus: wiens historische fantasie wordt hier vanavond op de Jezus van 2000 jaar geleden geprojecteerd en wiens verhaal blijft ongehoord? In ieder geval is het het Jezusbeeld van mannen dat hier vanavond centraal staat. Het zou wel interessant zijn, het verhaal vanuit het perspectief van Maria Magdalena te horen. Wat voor een antwoord geeft zij als apostola apostolorum – als de eerste getuige van de opgestane Jezus en vertrouweling van hem in de Jezusbeweging. Zal haar visie verschillen van die van de mannen? En zo ja, hoe dan?

Er is goed nieuws. Vanaf 22 maart draait een film over Maria Magdalena in de Nederlandse bioscopen, waarin het Paasverhaal vanuit haar perspectief wordt verteld. Ik heb de film al in de voorvertoning mogen zien. Historische fantasie wordt er schitterend in verbeeld en door top acteurs belichaamd, gebruikmakend van al die kennis uit de 19de en 20ste eeuwse zoektocht naar de historische Jezus en het verhaal van de Jezusbeweging. Een verbeelding waarin de kracht van compassie en kwetsbaarheid een belangrijke rol speelt. Ik denk dat Schweitzer ervan zou hebben genoten, ook al zegt Maria Magdalena aan het eind dat het Koninkrijk van God al onder en in ons is – het gnostische vonkje, waar de latere kerkelijke macht niet onverdeeld blij mee was.

Als ik mee ga in de gedachte van Frits de Lange dat we ‘opnieuw moeten beginnen’ zou ik zeggen: geef nu eindelijk vrouwen een gelijkwaardige stem in de theologie. Gerenommeerde bijbelwetenschappers zoals Elisabeth Schüssler Fiorenza en Silvia Schroer hebben al in het begin van de negentiger jaren van de vorige eeuw exegetisch aangetoond dat de wijsheidsliteratuur en daarmee de vrouwelijke Sofia een belangrijke invloed hebben gehad in de tijd van de Jezusbeweging. Jezus werd hoogstwaarschijnlijk bij de eerste christenen als belichaming van Sofia gezien. Het is wat mij betreft een must voor elke wetenschappelijk werkende theoloog om van feministisch-theologische en womanistische theologen (Afro-Amerikaanse theologes) op de hoogte te zijn. En hetzelfde geldt voor theologen en theologes uit de Afrikaanse, Latijns-Amerikaanse en Aziatische contexten.

Een christelijke theologie die de diversiteit aan stemmen binnen de eigen christelijke theologie niet verdisconteerd, blijft in een witte Eurocentrische door mannen gedomineerde theologische bubbel gevangen. Gender gelijkwaardigheid is pas een eerste stap in de verwerkelijking van het messiaanse verlangen naar dat visioen van vrede en gerechtigheid, verbeeld in het Koninkrijk van God. Vele andere stappen zullen moeten volgen om de “Ethik tätiger Liebe” van Schweitzer, zijn streven naar ware humaniteit, waar te maken. Wat mij betreft gaat het dan over het goede leven voor en met allen in interreligieus perspectief. Dan is ook de christelijke theologie daadwerkelijk aangekomen in de 21ste eeuw.