De ark van liefde, hoe moeilijk ook

De patriarch van Constantinopel Bartholomeüs I, spiritueel leider van zo’n 300 miljoen Orthodoxe christenen en ook wel groene patriarch genoemd, organiseerde van 5 tot 8 juni een congres over duurzame ontwikkeling in Athene. Eén van onze stafmedewerkers, econoom en theoloog Jan Jorrit Hasselaar, nam deel aan dit symposium.

De ‘groene’ patriarch                                                                                                                                    

Patriarch Bartholomeüs is een pionier als het gaat om de relatie tussen religie en duurzame ontwikkeling. Volgens de patriarch is duurzame ontwikkeling niet slechts een technisch vraagstuk, maar vraagt het er ook om met andere ogen naar de werkelijkheid te leren kijken: “What is required is an act of repentance, a change in our established ways, a renewed image of ourselves, one another and the world around us within the perspective of the divine design for creation.” Paus Franciscus begint zijn encycliek Laudato Si’ met zijn waardering uit te spreken voor het werk van de patriarch. Paus en patriarch werken samen om het thema van religie en duurzame ontwikkeling verder vorm te geven.

Sinds de jaren ’80 heeft de patriarch diverse initiatieven genomen op het gebied van religie duurzame ontwikkeling. Zo richtte hij het committee op voor Religie & Wetenschap onder leiding van John Zizioulas, een bekende Orthodoxe theoloog. Bekend zijn de symposia die de patriarch organiseerde in concrete gebieden, o.a. de Zwarte zee (1997), de Baltische Zee (2003), de Amazone (2006) en de Mississippi (2009).

 

Symposium Athene                                                                                            

Dit jaar richtte het symposium zich op de milieuproblemen in Athene, de omringende eilanden en de provincie Attica. Op dinsdag 5 juni werd het symposium aan de voet van de Acropolis geopend door de patriarch. Vervolgens waren er bijdragen van de Griekse minister van milieu en de Rooms-Katholieke kardinaal Turkson, opsteller van de encycliek Laudato Si’. In de dagen erna waren er zowel presentaties die de lokale context op het oog hadden met thema’s als voedsel en vluchtelingen, als presentaties vanuit mondiaal perspectief. Zo sprak Patricia Espinosa (hoofd van de klimaatonderhandelingen van de Verenigde Naties) over het belang van het samenwerking tussen overheid, religie en bedrijfsleven. Haar voorgangster Christiana Figueres (verantwoordelijk voor de totstandkoming van het klimaatakkoord van Parijs) sprak zelfs over de noodzaak, hoe moeilijk ook, van liefde in het publieke domein om de juiste samenwerkingen vorm te geven. Deze vorm van liefde sluit volgens haar niemand uit, omdat iedereen nodig is om de problemen aan te pakken. Illustratief hierbij was misschien wel dat op hetzelfde moment in het Vaticaan paus Franciscus oliemaatschappijen ontving om samen de energietransitie te bespreken. Op de boot rondom Athene, hield Figueres de aanwezigen voor dat niemand gemist kan worden om de huidige vraagstukken rondom klimaat aan te pakken. Het heeft volgens haar weinig zin om elkaar de schuld te geven. Belangrijk is dat er nieuwe bondgenootschappen ontstaan, waarin partijen verantwoordelijkheid leren dragen voor een gedeelde toekomst. Figueres gebruikte hiervoor het beeld van ‘de ark van liefde’.

 

Perspectief van hoop                                                                                                                                        

Tegelijkertijd viel tijdens het symposium in Athene op hoe moeilijk het is om nieuwe bondgenootschappen te sluiten. Ook op zo’n symposium wordt er nog nauwelijks een verbinding gelegd tussen wetenschappelijke analyses vanuit economie en klimaatwetenschappen, en de religieuze taal (betekenis). Jeffrey Sacks (Columbia Universiteit) gaf echter aan dat zulke integraties wel nodig zijn. In de context van de economie vraagt het er volgens hem om dat economen leren werken met een rijker mensbeeld, zoals bijvoorbeeld te vinden in de deugdethiek van Aristoteles. Opvallend was dat de wetenschappelijke analyses tijdens het symposium wel vaak van betekenis voorzien werden, maar dan vooral betekenis in termen van een narratief van angst en Apocalyps, gevolgd door een oproep tot activisme. Hoe verhoudt zich dit echter tot noties van hoop en transformatie die de patriarch, en ook de paus, omhoog houdt?

Het onderzoeksprogramma van DSTS ‘het goede leven voor allen’ biedt de mogelijkheid om de ark van liefde verder te doordenken en te verkennen, ook in de Nederlandse context. Niet als naïef perspectief – losgezongen van de dagelijkse realiteit met haar grote belangen, onzekerheid en angst. Maar juist als een hoopvol perspectief te midden van de dagelijkse realiteit.