Het moedige gesprek

De landbouw in Nederland staat voor serieuze uitdagingen. Op 22 mei kwamen er op een boerderij in Barneveld boeren, milieubeschermers, bankiers, politici, theologen en economen samen in een veilige sfeer om deze uitdagingen te bespreken en een concept van hoop, ontleend aan het werk van Jonathan Sacks, te verkennen als mogelijke oplossingsrichting.

De bijeenkomst bestond uit drie ronden:

De eerste ronde werd ingeleid door een boer, een milieubeschermer een vertegenwoordiger van het planbureau voor de leefomgeving. In deze bijdragen werd zichtbaar dat er in de landbouw een structurele druk is op het inkomen van de boeren, het milieu (bodem en klimaat) en de sociale verhoudingen, bijvoorbeeld die tussen boer en burger. In haar visienota over transitie naar een circulaire landbouw beargumenteerde minister Carola Schouten dat deze uitdagingen vragen om een transitie naar een kringlooplandbouw. Dat vraagt om samenwerking tussen alle betrokken partijen. De recente bezetting van een varkensstal in Boxtel door eco-activisten laat echter zien dat verhoudingen in de landbouw dikwijls polariseren.

In de tweede ronde verkenden de aanwezige partijen dan ook een andere vorm van omgang met elkaar. Dit perspectief werd ingeleid door Jan Jorrit Hasselaar, stafmedewerker bij DSTS en werkzaam aan de VU. Hij stelde dat hoop dikwijls wordt gebruikt als iets dat buiten onszelf ligt. Zo kunnen we hopen dat morgen de zon schijnt. Hoop zoals we dat vinden in de interpretatie van het Exodus-verhaal door Jonathan Sacks ligt echter niet buiten onszelf, maar gaat erover dat we met elkaar de toekomst beter kunnen maken dan vandaag. Hoop gaat dan niet primair over een perspectief in 2050 waarin alle belangen opgegaan zijn in een groter geheel als de kringlooplandbouw, hoewel zo’n perspectief wel richting geeft. Hoop gaat veel meer over de spanning tussen vandaag en het perspectief, en hoe die spanning, die transitie, vruchtbaar vorm te geven.

Trekker

Foto: Insa Osterhagen (Pixabay)

Hoop ziet verantwoordelijkheid nemen in tijden van transitie als het vertrouwen stellen in het leren verstaan van posities en belangen van de ander die anders zijn dan die jezelf, en waarmee je het dikwijls fundamenteel oneens bent. Het idee hierachter is dat we allemaal leven in waarden, beelden of verhalen over onszelf, de ander en de natuur. Deze waarden en beelden hebben invloed op hoe we handelen en de manier waarop we ons opstellen. Zeker als de posities uiteenlopen dan kunnen we de ander vooral zien als vijand. Juist in de ontmoeting met de ander die totaal anders is dan ik, kan mij bewust worden van de beelden waar ik bij leef. Zo kunnen beelden langzaam opengaan en kan er een nieuw ‘wij’ ontstaan, zoals de kringlooplandbouw van Carola Schouten. Hoop focust echter niet op een nieuw ‘wij’ ver weg, maar op de stappen daar naar toe in de toekomst. Eerdere transities in de landbouw begonnen met veel enthousiasme en grootse vergezichten, maar strandden in de dagelijkse realiteit.

Hoop erkent de weerbarstige realiteit, maar is ook in staat om daar op creatieve wijze mee om te gaan, met name in het aanbieden van een governance structuur, een manier van aansturen, aanvullend op die van markt en staat. De sleutel van deze governance ligt in het creëren van open en veilige plekken. In deze plekken is ruimte voor alle partijen, ook en vooral hen die fundamenteel van elkaar verschillen. In deze plekken is er ruimte voor ieders positie en belang en wordt er aan vertrouwen gebouwd door gesprek i.p.v. debat centraal te stellen. Het gaat dan om uitstellen van oordeel, het proberen te gaan staan in elkaars schoenen en het doorvragen: waarom, waarom, waarom. De open plek is een plek van elkaar leren verstaan, bouwen aan vertrouwen, reflectie, opnieuw beginnen, vieren van de gedeelde toekomst en het samen zetten van praktische stappen vooruit. Het is dus niet het zoveelste praatclubje. Jan Jorrit verwees in zijn bijdrage naar een vormgeving van hoop in de mijnbouw in Zuid Afrika, the courageous conversation, oftewel het moedige gesprek. Deze dialoog wordt daar gestructureerd en op hoog niveau vormgegeven. Er is een gezaghebbend persoon voor alle partijen, die de betrokken partijen bij elkaar brengt en de neutraliteit van het proces bewaakt, zodat er niet één agenda of partij dominant kan worden. Er is een stuurgroep die bestaat uit invloedrijke personen van de diverse partijen, die samen het proces sturen en bewaken. Werkgroepen op uiteenlopende onderwerpen kunnen opgezet worden om het gesprek te verdiepen, en ook hier worden concrete stappen vooruit gezet.

In ronde 3 verkenden de aanwezige partijen, met dikwijls conflicterende belangen, of een dergelijke moedig gesprek van toegevoegde waarde kan zijn voor de landbouwtransitie, en als katalysator en structurering van diverse hoopvolle initiatieven die al plaatsvinden. Een inleiding werd verzorgd door CEO van de Rabobank en de wethouder van Ede. In het gesprek kwam ook het ontwikkelen van een nieuw sociaal verbond met elkaar aan de orde. Tegelijkertijd was er ook tussen de aanwezigen de spanning van conflicterende belangen voelbaar. Deze spanning onderstreept de noodzaak van het vormgeven van een moedig gesprek met elkaar. Deze verkenning zal de komende weken verder worden voortgezet. Daarbij zullen diverse gerelateerde ontwikkelingen in ogenschouw genomen worden waaronder het grote onderzoeksvoorstel In Hope We Trust, waar ook diverse leden van de Dominicaanse familie bij betrokken zijn, zoals professor Erik Borgman en het Dominicaans klooster in Huissen.