Boeddhistische christen

Kan een boeddhist christen worden? Kan een christen boeddhist zijn? Hoe ziet dat er dan uit? André van der Braak, stafmedewerker van het DSTS en hoogleraar boeddhistische filosofie in dialoog met andere levensbeschouwelijke tradities aan de VU, beantwoordde deze vragen door te vertellen over pater Oshida. Oshida, geboren in Japan en opgegroeid binnen de boeddhistische traditie, bekeerde zich tot het christendom, trad in bij de Dominicanen in Canada, maar keerde terug naar Japan. Is Oshida een mrb’er, een persoon die meerdere religieuze bindingen aangaat? Dit is een verslag van Van der Braaks lezing die hij gaf in het Dominicanenklooster Huissen op zaterdag 4 juni.

Door: Tanja van Hummel

 

Oshida (1922) groeide op in Japan en zoals in Nederland kinderen worden meegenomen naar de kerk, zo ging de kleine Oshida mee met zijn vader naar zenmeditatie. Voor hem was het boeddhisme net zo gewoon, als voor een Brabander het katholicisme, of net zo gewoon als rijst eten met stokjes.

OshidaToen Oshida begin twintig was, ontmoette hij de jezuïet Hoybers. Deze man maakte diepe indruk op Oshida: “In hem ontmoette ik voor het eerst een echt spiritueel mens, een vrij man in wie ik Christus voelde.” Dit doet Oshida besluiten om in Canada theologie te gaan studeren. Canada was een voor de hand liggende keuze, omdat dit land Japan als missiegebied had.

Oshida verdrinkt bijna als hij 26 jaar is. Deze ingrijpende gebeurtenis doet hem besluiten in te treden in het klooster van de dominicanen. Doordat hij bijna verdronken was, hebben zijn longen echter blijvende schade opgelopen en is het kloosterleven te zwaar voor hem. Hij besluit terug te keren naar Japan en gaat als kluizenaar leven. Er komen volgelingen naar hem toe. Hierdoor en door de reizen die hij gemaakt heeft, is zijn gedachtegoed over de wereld verspreid geraakt.

Pater Oshida combineerde zen en christendom met elkaar. Is hij hierdoor een mrb’er, een persoon met meerdere religieuze bindingen? Hijzelf zegt: “Ik ben een boeddhist die christus heeft ontmoet.” Het lijkt dus alsof hij een mrb’er is. Maar als we nader inzoomen, blijkt het toch anders te zijn.

Pater Oshida beperkt het boeddhisme tot zenbeoefening. Zen is meditatie en pater Oshida ziet het als een instrument om de werkelijkheid direct te ervaren. Die werkelijkheid ziet hij als de openbaring van Christus. Christenen kijken naar deze werkelijkheid vanuit het christelijke perspectief dat gevormd wordt door de christelijke verhalen, rituelen, waarden en normen. Maar pater Oshida bekijkt die werkelijkheid, de openbaring van Christus, ook vanuit boeddhistisch perspectief.

Voor ons klink het vreemd om de christelijke openbaring te beschouwen vanuit zen, maar voor pater Oshida was het volkomen normaal. Hij zegt: “Het boeddhisme heeft niet het alleenrecht op zen. Het christendom heeft niet het alleenrecht op Jezus.” Maar kunnen we alle religies dan op één hoop gooien? Kan een christen zonder problemen een boeddhist zijn?

Volgens pater Oshida stellen we hier de verkeerde vraag. Religies kunnen we niet op één hoop gooien, maar we kunnen ze wel beschouwen als allemaal wegen die ons leiden naar het Onnoembare, God, of wat Oshida de openbaring van Christus noemt. Pater Oshida raadt ons aan om ons te houden aan één traditie, de traditie die ons het meest vertrouwd is. En om via die traditie door te dringen tot het Onnoembare. Oshida zelf koos de traditie van het christendom om tot dit niveau door te dringen. Hij was echter zo vertrouwd met zen, dat het voor hem een logische stap was om zen in te zetten als een instrument om dichter bij het Onnoembare te komen.

Er is nog een reden waarom pater Oshida relishoppen en doe-het-zelf-religie afwijst. Dit heeft te maken met Oshida’s opvatting dat je God dient te volgen en dat het dus niet aan ons is om het leven te bepalen. Als we dat wel zelf doen, snijden we het contact met God af. Oshida leeft echter vanuit het besef dat God ons zal geven wat we nodig hebben.

Hoewel Oshida dus het christendom combineert met zen, kunnen we hem geen mrb’er noemen. Hij is niet tegelijkertijd christen en boeddhist. Hij noemt zich echt een christen die zen gebruikt om dichter bij God te komen.

BezoekersOm bij God te komen, moeten we de stilte ingaan. God werkt in de stilte. Tegelijkertijd is ook het Woord, de Bijbel, erg belangrijk. Dit is paradoxaal. Het woord doorbreekt de stilte, maar beide hebben we nodig. Maar het is paradoxaal voor ons, niet voor Oshida. Het is paradoxaal omdat wij, westerlingen, woorden opvatten als verwijzers naar de wereld die daarmee de wereld aan ons zicht onttrekken. In het Oosten zijn woorden echter de gereedschappen om de weg in de wereld te vinden. Woorden versluieren de wereld niet, maar ontsluiten de wereld.

De werking van woorden heeft Oshida gevat in “the mystery of the word”. Hij onderscheidt drie niveaus waarop woorden werkzaam kunnen zijn. Het laagste niveau wordt gevormd door de papagaaiwoorden. Dit zijn woorden die we zonder nadenken gebruiken, napapagaaien. In de politiek en de media zie je dit veel gebeuren. We spreken over vrijheid van meningsuiting zowel als iemand de ander de huid vol scheldt, als wanneer iemand klokkenluider is. Wat verstaan we onder vrijheid van meningsuiting? Hier wordt op dit niveau niet over nagedacht.

Het tweede niveau is het niveau van de ideeën en concepten. Deze woorden gebruiken we om de wereld te labelen. Het is onze manier om grip op de wereld te hebben. Maar daarmee fixeren we de wereld en onszelf. Als we vast komen te zitten in ideologieën en niet meer open staan voor andere opvattingen, worden we onuitstaanbaar voor elkaar en liggen ruzies en oorlogen op de loer.

Het laatste niveau ziet woorden als een gebeuren. We moeten het dan eigenlijk met een hoofdletter schrijven: Woorden. Deze Woorden komen van God, of Boeddhanatuur, en doortrekken de hele wereld. Maar deze Woorden kunnen we alleen horen als we stil worden, als we onze eigen woorden, de ideeën, loslaten.

Eerder zei Oshida al dat we God moeten volgen. Met deze theorie van “the mystery of the words” wordt duidelijker wat Oshida hiermee bedoelt. In de stilte hoor je de roep van God en van jezelf. Hier moeten we aan gehoorzamen en niet aan de ideeën, concepten opgelegd door instituties. Het gaat om het contact met de dieptestructuur, het Onnoembare.

Dat contact met de dieptestructuur noemt hij een ‘woordontmoeting’. In deze woordontmoeting is er geen onderscheid meer tussen ons en God, want we smelten samen, zoals een man en vrouw een worden door het huwelijk. De spirituele weg is dus een weg van stilte en aandachtig luisteren. Zen en de Bijbel kunnen allebei hierbij helpen.

Het was een interessante lezing waar zowel de mensen met een boeddhistische achtergrond als de christelijke aanwezigen aandachtig naar luisterden. In de discussie vulden beide stromingen elkaar aan waardoor beide tradities verder geopenbaard werden. De middag sloten we af met een moment stilte waarin we allen af konden zakken naar de universele dieptestructuur.

Tanja van Hummel is stafmedewerker van het DSTS en redacteur van Nieuwwij.nl.