De rozenkrans re-invented    

Onwennig en onhandig laat ik de kralen door mijn vingers glijden.

Wees gegroet Maria, vol van genade, de Heer is met u.

Om mij heen bidden vader Jessie en twee andere Dominicaanse broeders de rozenkrans hardop in het Latijn:

Gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons zondaars, nu en in het uur van onze dood. Amen.

Ik bevind mij in het klooster Santa Sabina, het bestuurlijk hoofdkwartier van de Dominicaanse orde in Rome. Santa Sabina is het klooster dat Dominicus (ca. 1172-1221) in 1218 van paus Paus Honorius III kreeg. Ik ben hier om me wat te verdiepen in de Dominicaanse familie en spiritualiteit. Opvallend is de rol die Maria hier speelt. In de cel van de heilige Dominicus hangt een verrassende afbeelding van Maria met vele Dominicanen onder haar mantel. Deze afbeelding gaat terug op een visioen van Dominicus. In dit visioen zag hij dat onze lieve Heer werd omringd door allemaal orden, zoals de Benedictijnen en de Franciscanen. Dominicus vroeg zich hardop af, waar zijn orde was. De Heer wijst naar Maria. Als engelen haar mantel oplichten, dan blijken de Dominicanen geborgenheid gevonden te hebben bij haar.  Sindsdien is Maria de patronage van de orde.

 

Elke avond om 19:10 wordt hier in Santa Sabina de rozenkrans gebeden. Het verhaal gaat dat Sint Dominicus het rozenkransgebed uit de handen van Maria zelf gekregen heeft. Het gebed bestaat uit het bidden van het Onzevader (15 keer) en het Weesgegroet (150 keer). Tijdens het bidden van de rozenkrans wordt de geboorte, het leven, het lijden en de opstanding van Jezus overwogen. Het gebed heeft niet altijd deze inhoud gehad. Het rozenkransgebed is een vervanging van het bidden van de 150 psalmen in het klooster, wat het bidden makkelijker maakte voor mensen die geen tijd hadden om de psalmen te bidden of deze niet konden lezen. Eerst werd er vooral 150 keer een Onze Vader gebeden. Later werd hieraan in het Westen de devotie tot Maria verbonden. Tijdens het rozenkransgebed wordt één van de delen van de zogeheten Geheimen van de Rozenkrans overwogen. Eeuwenlang waren er drie geheimen: de Blijde, Droevige en Glorievolle Geheimen. Deze hadden betrekking op de geboorte van Jezus, zijn lijden en zijn dood, maar nauwelijks op zijn leven. In 2002 heeft paus Johannes Paulus II de geheimen van het licht toegevoegd, die vooral aan Jezus’ leven herinneren. Samen vormen de geheimen zo een korte samenvatting van het levensverhaal van Jezus en Maria.

De geheimen van de rozenkrans zijn volgens Erik Borgman, in zijn Waar blijft de kerk (2015), een manier om te helpen “Gods blijvende nabijheid en betrokkenheid bij het alledaagse leven aan het licht te brengen”. Voor vele gelovigen zal dit inderdaad gelden. Als ik kijk naar het Nederland van 2018 dan is wel de vraag of deze vormgeving van de rozenkrans mensen, vooral de jonge generatie, helpt om de wereld en jezelf op een nieuwe manier te zien, namelijk vanuit God’s licht waarin een ieder ten diepst geliefd is. Misschien dat een rozenkrans in de broekzak van studenten theologie nog wel helpt om hun wereld en henzelf in het licht van het evangelie te zien.  Mijn studenten bedrijfskunde kennen die verhalen echter helemaal niet meer, laat staan dat ze beseffen wat er mee gezegd wil worden.

Een mooie poging om de traditie van de rozenkrans te ontsluiten voor andere doelgroepen, zijn de levensparels van de Zweedse lutherse bisschop Martin Lönnebo. Het is een achttienkralenarmband waarvan de kralen allemaal een andere kleur hebben. Elke parel staat voor een levensthema, zoals liefde, vriendschap of leegte. Ik kan me voorstellen dat de levensparels meer aansluiten bij mijn bedrijfskunde studenten dan het huidige rozenkransgebed. Deze levensparels zijn echter nergens meer te krijgen en misschien kan het nog wel eenvoudiger. De rozenkrans draagt in zich de 150 psalmen en is een samenvatting van het leven van Jezus. Waarom kunnen we dan niet volstaan met de samenvatting van de Torah en profeten zoals Jezus die gegeven heeft, bijvoorbeeld in het evangelie van Lucas:: “Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.” In een rozenkrans voor jongeren heet dat dan misschien zoiets als: “Je bent geliefd en de ander ook”. Als jongeren deze woorden bij zich dragen, dan kunnen zijzelf en hun wereld er wel eens heel anders uit komen te zien.

 

Jan Jorrit Hasselaar